1.1. Wat is het aantal cliënten met leveringsvorm verblijf?

Definities

De informatievraag betreft het aantal unieke cliënten met leveringsvorm verblijf per vestiging en in totaal voor de organisatie.
Deze indicator wordt voor een kwartaal op organisatieniveau en per vestiging berekend.
Uitwerking binnen het kader van de Wlz.
In verband met de efficiëntie van de gegevensverwerking wordt de geleverde zorg bepaald op basis van indicatiebesluiten. Aangenomen wordt daarbij dat die zorg ook werkelijk geleverd is.
Alleen indicatiebesluiten betreffende leveringsvorm verblijf worden geïncludeerd.
Een indicatie valt in de meetperiode als er minimaal 1 dag overlap zit tussen de indicatieperiode (startdatum tot en met einddatum) en de meetperiode.
Voor het totaal van de organisatie hoeft geen zorgkantoorregio code worden opgenomen.
De meetperiode betreft een kwartaal, als parameter op te geven als kwartaal en jaar.

Selecteer alle indicatiebesluiten1 en zorgprocesen2 met een Wlz-indicatie3, met leveringsvorm4 verblijf5 en waar de Zorgzwaartepakketidentifier6 tussen de 4VV t/m 9VV B ligt;

of tussen 1LG t/m 3LG;

Filter de indicatiebesluiten1 en zorgprocessen2 waarvan de einddatum18 na de start van de meetperiode19 ligt, of waarvoor geen einddatum18 is geregistreerd.
Koppel de cliënten20 aan een vestiging21.
Haal voor alle vestigingen21 het vestigingsnummer22 op. Dit is de input voor de rijen van de eerste kolom, organisatieonderdeel.
Haal voor alle vestigingen21 het lokaliseerbaar gebied23, de 6 cijferige postcode op.
Leidt de eerste vier cijfers af van stap 6, de afgeleide postcode wordt gebruikt om een postcodegebied24 op te zoeken.
Het postcodegebied24 maakt deel uit van een administratief gebied25, de zorgkantoorregio. Haal de zorgkantoorregio code op, dit is de input voor de rijen van de tweede kolom, zorgkantoorregio code.
Bepaal het aantal unieke cliënten20 per vestiging21.
Bepaal van welke organisatie26 de vestiging21 onderdeel is.
Bepaal het aantal unieke cliënten20 voor de organisatie26.