3.2. Wat is het aantal wooneenheden?

In de Algemene Uitgangspunten zijn onder andere de volgende begrippen opgenomen:

Toelichting

Deze indicator geeft de huisvestingscapaciteit van een zorgaanbieder aan. Het gaat hierbij om het aantal wooneenheden die beschikbaar zijn voor personen, zoals cliënten en eventueel hun partners.
De indicator wordt berekend per vestiging en voor de totale organisatie.
Een wooneenheid is een samenstel van één of meerdere kamers of ruimtes die samen geschikt zijn voor bewoning en geen kleinere wooneenheden bevatten. Een woonkamer met meerdere slaapkamers geldt dus als één wooneenheid.
De wooneenheden moeten op de peildatum fysiek beschikbaar zijn voor bewoning.
Voor het totaal van de organisatie hoeft geen zorgkantoorregiocode te worden opgenomen.
De peildatum is de laatste dag van het kwartaal.

Selecteer alle wooneenheden1 binnen de vestiging2.
Haal voor iedere vestiging2 het vestigingsnummer3 op. Dit vormt de input voor de eerste kolom: organisatieonderdeel.
Haal het lokaliseerbare gebied4 (zes-cijferige postcode) op van iedere vestiging2.
Leid uit de zes-cijferige postcode de eerste vier cijfers af; deze worden gebruikt om het postcodegebied5 te bepalen.
Het postcodegebied5 maakt deel uit van een administratief gebied6, namelijk de zorgkantoorregio. Haal de zorgkantoorregiocode op; dit is de input voor de tweede kolom: zorgkantoorregiocode.
Tel het aantal unieke wooneenheden1 per vestiging2.
Tel het totaal aantal unieke wooneenheden1 op organisatieniveau7.