1.6. Wat is het aantal cliënten per financieringsstroom?

Definities

In de Algemene Uitgangspunten zijn onder andere de volgende begrippen opgenomen:

Het betreft cliënten die beschikken over een Wlz-indicatie en/of Zvw-traject en/of Wmo-beschikking, of een forensische zorg indicatie hebben.
De forensische zorg indicatie valt onder de categorie overig.
Deze indicator wordt op organisatieniveau en per vestiging berekend.
Cliënten die meerdere indicaties hebben kunnen onder meerdere financieringsstromen werken.
Voor het totaal van de organisatie hoeft geen zorgkantoorregio code worden opgenomen.
De meetperiode betreft een kwartaal, als parameter op te geven als kwartaal en jaar.

Selecteer alle indicatiebesluiten1 en zorgprocesen2 met een Wlz-indicatie3, en/of Zvw-indicatie4 en/of Wmo-indicatie5, of met een forensisch zorg proces6.
Filter de indicatiebesluiten1 en zorgprocessen2 waarvan de einddatum7 na de start van de meetperiode8 ligt, of waarvoor geen einddatum7 is geregistreerd.
Koppel de cliënten9 aan een vestiging10.
Haal voor alle vestigingen10 het vestigingsnummer11 op. Dit is de input voor de rijen van de eerste kolom, organisatieonderdeel.
Haal voor alle vestigingen10 het lokaliseerbaar gebied12, de 6 cijferige postcode op.
Leidt de eerste vier cijfers af van stap 6, de afgeleide postcode wordt gebruikt om een postcodegebied13 op te zoeken.
Het postcodegebied13 maakt deel uit van een administratief gebied14, de zorgkantoorregio. Haal de zorgkantoorregio code op, dit is de input voor de rijen van de tweede kolom, zorgkantoorregio code.
Groepeer en tel het aantal unieke cliënten9 per vestiging10 en per financieringsstroom15.
Tel op over alle vestigingen10 voor het organisatieniveau16.

Indeling	Zorgkantoorregio code	Wlz	Zvw	Wmo	Overig
Totaal organisatie		Stap 9	Stap 9	Stap 9	Stap 9
Vestiging 1	Stap 7	Stap 8	Stap 8	Stap 8	Stap 8
Vestiging 2	Stap 7	Stap 8	Stap 8	Stap 8	Stap 8
Vestiging N	Stap 7	Stap 8	Stap 8	Stap 8	Stap 8