14.1 Wat is het aantal cliënten per zorgprofiel en vestiging?

Definities

• Personen met een Wlz-indicatie met zorgprofiel VV1 tot en met VV10 en op een vestiging worden geïncludeerd. Cliënten die niet gekoppeld zijn aan een vestiging tellen niet mee. In de algemene uitgangspunten staan: Indeling in Wlz-sectoren, Vestiging, Peildatum. In dit geval is de peildatum altijd 31 december of 30 juni en ligt deze in het verleden.

Toelichting

• De inputparameter voor deze indicator is een peildatum (dd-mm-jjjj) en het zorgkantoor. De vestigingen worden getoond op de zorgkantoor-regio van het zorgkantoor; dit betekent dat voor sommige zorgaanbieders een deel van haar vestigingen worden getoond.

Berekening

1. Selecteer alle indicatiebesluiten³ die op peildatum geldig zijn, een Wlz-indicatie⁴ betreffen en zorgprofiel¹ VV² hebben.
2. Bepaal voor alle indicatiebesluiten uit stap 1 het zorgprofiel¹, de vestiging⁵ en de cliënt⁶.
3. Bereken op basis van stap 2 per vestiging⁵ het aantal unieke cliënten⁶ per zorgprofiel².
4. Bereken per vestiging⁵ het totaal aantal unieke cliënten⁶.
5. Haal voor alle vestigingen⁵ het vestigingsnummer⁷ op. Dit is de input voor de rijen van de eerste kolom, indeling.
6. Filter de vestigingen⁵ op de zorgkantoor-regio¹¹. Haal hiervoor voor alle vestigingen⁵ het lokaliseerbaar gebied⁸, de 6 cijferige postcode op. Leidt de eerste vier cijfers af van stap 6, de afgeleide postcode wordt gebruikt om een postcodegebied⁹ op te zoeken. Het postcodegebied⁹ maakt deel uit van een administratief gebied¹⁰, de zorgkantoorregio¹¹.

Begrippen en ontologie

• ¹. Zorgprofiel
• ². VV is een van de volgende zorgprofielen 4VV, 5VV, 6VV, 7VV, 8VV, 9BVV of 4VV
• ³. indicatiebesluit
• ⁴. Wlz-indicatie
• ⁵. Vestiging
• ⁶. Cliënt
• ⁷. vestigingsnummer
• ⁸. lokaliseerbaar gebied
• ⁹. postcodegebied
• ¹⁰. administratief gebied
• ¹¹. zorgkantoor-regio