Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling

Over Uitwisselprofiel Zorgkantoren Inkoopondersteuning en beleidsontwikkeling


Publicatiedatum:
15-10-2025

Inwerkingtreding:
15-10-2025

14.2 Wat is het aantal cliënten per leveringsvorm met zorgprofiel VV?

Definities

  • Personen met een Wlz-indicatie met zorgprofiel VV worden geïncludeerd.
  • DTV is deeltijdverblijf, ofwel een cliënt die tegelijkertijd indicaties heeft voor verblijf, en voor PGB en/of MPT. In de algemene uitgangspunten staan:
  • Indeling in Wlz-sectoren
  • Vestiging
  • Peildatum. In dit geval is de peildatum altijd 31 december of 30 juni en ligt deze in het verleden.

Toelichting

  • De verwachting is dat bij de meeste zorgaanbieders voor andere leveringsvormen dan verblijf de cliënten administratief niet aan een vestiging worden gekoppeld; in dat geval zijn veel kolommen voor alle vestigingen altijd het getal 0.
  • DTV (deeltijdverblijf) is geen leveringsvorm, maar wordt gescoord als er een combinatie van leveringsvorm verblijf met leveringsvorm(en) MPT en/of PGB is. Dit betekent dat deze kolom dat deze kolom los van de rest staat: in de kolommen Verblijf t/m Totaal worden indicatiebesluiten geteld, in DTV worden unieke cliënten met de genoemde combinaties (nogmaals) weergeven. Het aantal DTV op organisatie kan groter zijn dan de som van vestigingen, als de verschillende leveringsvormen door verschillende vestigingen worden geleverd.
  • Het landelijk beleid en de afspraken over het vraagstuk overheveling zorg thuis is nog in ontwikkeling. De gehanteerde definitie voor geclusterd VPT in dit uitwisselprofiel betreft een werkdefinitie die wordt aangepast als nadere invulling van het beleid dit noodzakelijk maakt. In deze indicator wordt daarvoor gewerkt met een verhouding VPT/Verblijf.
  • De inputparameter voor deze indicator is een peildatum (dd-mm-jjjj) en het zorgkantoor. De vestigingen worden getoond op de zorgkantoor-regio van het zorgkantoor; dit betekent dat voor sommige zorgaanbieders een deel van haar vestigingen worden getoond.

Berekening

  1. Selecteer alle indicatiebesluiten3 die op peildatum geldig zijn, een Wlz-indicatie4 betreffen en zorgprofiel1 VV2 hebben.
  2. Bepaal voor alle indicatiebesluiten uit stap 1 de leveringsvorm5, cliënt14 en de vestiging6.
  3. Bereken op basis van stap 2 per vestiging6 en voor de organisatie als geheel het aantal indictiebesluiten3 per leveringsvorm5.
  4. Bereken op basis van stap 2 en 3 de verhouding tussen de leveringsvormen5 VPT7 t.o.v. Verblijf8.
  5. Bepaal of er cliënten zijn met een van de volgende combinaties van leveringsvormen5:
    • verblijf8 en MPT15
    • verblijf8 en PGB16
    • verblijf8, MPT15 en PGB16 Deze cliënten geven we weer in de kolom DTV, naast in de kolommen van de leveringsvormen die ze krijgen. Het aantal DTV op organisatie kan groter zijn dan de som van vestigingen, als de verschillende leveringsvormen door verschillende vestigingen6 worden geleverd.
  6. Haal voor alle vestigingen6 het vestigingsnummer9 op. Dit is de input voor de rijen van de eerste kolom, indeling.
  7. Filter de vestigingen6 op de zorgkantoor-regio13. Haal hiervoor voor alle vestigingen5 het lokaliseerbaar gebied10, de 6 cijferige postcode op. Leidt de eerste vier cijfers af van stap 6, de afgeleide postcode wordt gebruikt om een postcodegebied11 op te zoeken. Het postcodegebied11 maakt deel uit van een administratief gebied12, de zorgkantoorregio13.
IndelingVerblijfVPTMPTPGBTotaalVerhouding_VPT_VerblijfDTV
OrganisatieStap 3Stap 3Stap 3Stap 3Stap 3Stap 4Stap 5
Vestiging 1Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 4 en 7Stap 5 en 7
Vestiging 2Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 4 en 7Stap 5 en 7
Vestiging nStap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 3 en 7Stap 4 en 7Stap 5 en 7

Begrippen en ontologie