1.3. In welke woonplaatsen kunnen welke zorgprofielen worden geleverd bij leveringsvorm Modulair Pakket Thuis (MPT)?

Definities

• De woonplaats is de plaats van het woonadres van de betreffende cliënt.
• Alleen zorgedeclaraties binnen indicatiebesluiten betreffende leveringsvorm MPT worden geïncludeerd.
• Zorgprofielen VV-4 t/m VV-8 en LG-1 t/m LG-3 worden geïncludeerd. VV-0 t/m VV-3 kunnen niet meer geïndiceerd worden en bestaan dus niet meer in de ontologie van KIK-V.

Opgenomen in de Algemene Uitgangspunten zijn:

• Meetperiode

Toelichting

• Uitwerking binnen het kader van de Wlz.
• Uit de data wordt de geleverde zorg in het lopende jaar berekend. De zorgaanbieder kan dit in het datastation aanpassen naar het actuele zorgaanbod indien dit afwijkt. Het zorgaanbod is wat de zorgaanbieder op die vestiging wil, kan en mag leveren; dit houdt bijvoorbeeld rekening met de contractafspraken met de zorgkantoren op organisatie-niveau.
• In verband met de efficiëntie van de gegevensverwerking wordt de geleverde zorg bepaald op basis van indicatiebesluiten inclusief zorgtoewijzing. Aangenomen wordt daarbij dat die zorg ook werkelijk geleverd is.
• Prestaties zoals beschreven in Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2025 - BR/REG-25130b worden geïncludeerd en zoals hieronder gerubriceerd. Het zorgaanbod wordt gerapporteerd in de vetgedrukte termen.
  • Huishoudelijke hulp (H117)
  • Persoonlijke verzorging (H126, H127, H138)
  • Begeleiding individueel (H300, H306, H150, H152, H153, H301, H303, H302, H304)
  • Verpleging (H104)
  • Thuiszorgtechnologie ten behoeve van verpleging (H139)
  • Verpleging incl. beschikbaarheid (H128)
  • Verpleging speciaal (H106)
  • Vervoer (naar begeleiding en/of behandeling) (H8030, H8031, H8032, H8033, H8034, H8035, H8036, H886, H881, H882, H883, H884, H885, H887, H410, H411, H412, H413, H414, H415, H416)
• De regeling voor 2025 bevat enkele aanpassingen ten opzichte van de regelingen in 2023 en 2024. Bijvoorbeeld is bij Huishoudelijke hulp de prestatie H120 (Persoonlijke verzorging Speciaal) vervallen. Dergelijke (historische) verrichtingen worden niet meegenomen in de rapportage.
• Prestaties die niet voorkomen in bovenstaande overzicht worden niet gerapporteerd.
• De inputparameters voor de technische uitwerking (SPARQL) zijn startperiode en eindperiode (dd-mm-jjjj). In het uitwisselprofiel worden deze gezet op de laatste dag van het afgelopen kwartaal (eindperiode) en 1 januari van dat jaar (startperiode).

Berekening

1. Selecteer alle indicatiebesluiten¹ waarbij:
   • de leveringsvorm MPT² is en
   • de indicatieperiode overlapt met de meetperiode, dus het gevraagde kwartaal.
2. Selecteer de zorgdeclaraties³ die gebasseerd zijn⁶ op deze indicatiebesluiten⁵ en waarvan de zorgprestatie-code⁷ voorkomt in het overzicht hierboven.
3. Bepaal (op basis van deze indicatiebesluiten¹) per zorgaanbod in welke woonplaats⁴ minimaal eenmaal deze zorg is geïndiceerd.
4. Rapporteer per woonplaats⁴ en bijbehorende gemeente⁵ de groep uit toelichting van de prestatie³ die geleverd zijn "ja". Vul in met "nee" waar die zorg niet is geleverd. Woonplaatsen⁴ waar geen zorg is geleverd hoeven niet te worden geïncludeerd.

Begrippen en ontologie

¹ Indicatiebesluit
² Modulair Pakket Thuis
³ Zorgdeclaratie
⁴ Woonplaats
⁵ Gemeente
⁶ Gebasseerd op
⁷ Zorgprestatie-code
⁸ Meetperiode in Algemene Uitgangspunten